Musea & monumenten
8 plekken uit het mijnverleden om te ondekken
4 mei 2022
Musea & monumenten
4 mei 2022
De omgeving van Lens was eeuwenlang het decor van de mijnindustrie. Een tijdperk van zware fysieke arbeid maar ook een van hechte sociale verbondenheid en rijke tradities onder de mijnwerkers. Unesco heeft een groot deel van het Noord-Franse mijnerfgoed op de Werelderfgoedlijst gezet.
Het vroegere Noord-Franse mijnbekken staat sinds 2012 op de Werelderfgoedlijst. De van verre zichtbare ‘zwarte piramides’ (mijnbergen) en nog 140 emblematische locaties herinneren aan het roerige mijnverleden van de streek. Vroegere mijnschachten en arbeiderswijken zijn omgevormd tot bezienswaardigheden en vele van de mijnbergen (terrils) kregen een tweede leven als natuur- of recreatiegebied.
Vlak bij Lens vind je Le Base 11/19, een mijnbasis die in de jaren ’60 sloot en waar tegenwoordig jonge start-ups hun bedrijfsruimte huren. Rond het terrein met een oude schachtoren en bakstenen fabrieksruimtes ligt een arbeiderswijk (cité) met interessante architectuur. Ook kun je hier Les Terrils Jumeaux, de twee hoogste mijnbergen van Europa, beklimmen (185 m en 150 m hoog). De biodiversiteit van deze nu begroeide heuvels is verbluffend en hetzelfde geldt voor het uitzicht!
Op de locatie van een vroegere kolenmijn verrees in 2012 een museum met internationale allure en een rijke collectie klassieke en antieke kunst. Het Japanse architectenbureau SANAA hield de glazen façade van het Louvre-Lens met opzet strak en bescheiden. Dit als frugaal eerbetoon aan deze streek van harde werkers. Naast het museum ligt door Unesco beschermd complex met arbeiderswoningen, dat een paar jaar geleden is verbouwd tot Hotel Louvre-Lens.
Op dit voormalige mijncomplex werd zelfs nog tot 1990 steenkool gewonnen, tegenwoordig vinden hier veel culturele evenementen plaats, zoals concerten en exposities. Je kunt hier de oude fabrieksgebouwen zien, de mijnberg Terril 110 en de opvallende symmetrie van arbeiderswijk Declercq, een zogenaamde ‘cité-jardin’.
Het Historisch Mijncentrum van Lewarde is een schatkamer vol herinneringen aan het mijnverleden van Noord-Frankrijk. Dit museum op een vroegere mijnschacht is het grootste mijnmuseum in Frankrijk met 450 m aan ondergronds gangenstelsel. De rondleidingen worden verzorgd door vroegere mijnwerkers en het bezoek aan een authentieke mijngang zul je niet snel vergeten!
In de vroegere mijnarbeiderswijk van Bruay-la-Buissière kun je overnachten in gîtes en een B&B in voormalige arbeiderswoningen. De opgeknapte accommodaties zijn vernoemd naar oud-bewoners: welkom bij ‘Roland’, ‘Hélène’ of ‘Jean-Baptiste’! De 19e-eeuwse wijk La Cité des Electriciens heeft ook een bezoekerscentrum en een restaurant waar, zoals vroeger, gekookt wordt met producten uit de moestuin.
De Terril van Rieulay is een mooi voorbeeld van de nieuwe functies van de mijnbergen: je kunt hier nu mooi fietsen en wandelen. Aan de voet van de heuvel staat bovendien een biologische geitenboerderij waar je geitenkaas kunt proeven en kopen. De geiten grazen op het terril, wat hun kaas een specifieke smaak geeft!
Restaurant Al Fosse 7, net buiten Lens, staat helemaal in het teken van het werk in de kolenmijnen. Nostalgische affiches, helmen en oude gebruiksvoorwerpen, zwarte muren en houten balkenconstructies zoals in de mijngangen herinneren aan het industriele verleden. Het personeel is gekleed in blauwe overalls en op het menu staan typische streekgerechten, zoals carbonade flamande (stoofvlees) en tarte au maroilles (kaastaartje).
De mijnbergen van Haillicourt zijn ook geschikt voor wandelliefhebbers. Er zijn 3 wandelroutes rond en op deze mijnbergen met als letterlijk hoogtepunt de houten trap van 420 treden. Ook kun je hier een wijngaard ontdekken: op de mijnbergen groeien tegenwoordig de wijnstokken die druiven leveren voor witte Charbonnay (charbon = steenkool)!
Jongere generaties kijken tegenwoordig met trots terug op de industriële periode die de identiteit van hun streek gevormd heeft. Die ode aan vroeger is terug te zien in de vele retro-producten, die je kunt tegenkomen in cadeau-, museumwinkels en toeristenbureaus in het gebied rond Lens, Béthune en Arras. Vaak gemaakt door lokale ontwerpers en 100 % Made in Pas-de-Calais! Zoals mijnwerkerszeep, uiencompote, tassen van mijnwerkerstextiel
Sainte Barbara of kortweg Sainte Barb is de beschermheilige van de mijnwerkers. Zij wordt nog altijd geëerd op haar naamdag, op 4 december. Elk jaar zijn er er rond die datum talrijke vieringen in de streek. Met lichtvoorstellingen, fakkeltochten en vuurwerken wordt de herinnering aan het mijnverleden levend gehouden.